De 4 basisbereidingen
Naast het onderzoeken van verschillende aspecten van de radijs, zijn er ook eerst vier basistechnieken
uitgevoerd. Op deze manier is er ook beter kennis gemaakt met de radijs.
De vier basistechnieken waarvoor gekozen zijn: geblancheerde radijs, gestoomde radijs, gesauteerde radijs en geroerbakte radijs. Voor deze eerste kennismaking zijn de bereidingen erg simpel gehouden.
Dit om te zien wat er met de radijs ging gebeuren in geur, kleur, smaak en textuur.
Maar als eerste is er gekeken naar het ongekookte radijsje zelf. Wat zijn hier nu de specifieke eigenschappen van. Ook deze is beschreven.
- Radijs ongekookt:
Kleur: Buitenkant is helder rood/rose
Geur: De geur van aarde komt erg naar voren.
Smaak: Pittig en scherp, als de radijs door gebeten wordt geeft het een bite, maar daarna is het een waterig bommetje.
Mondgevoel: Mix van scherpte en waterig
Conclusie: De radijs moet je vriend zijn, er moet van gehouden worden. De smaak en het mondgevoel van de radijs zijn wat verschillend maar lekker is het zeker.
- Radijsjes geblancheerd:
Kleur: Buitenkant is licht/grijs rose. De binnenkant daar blijft de nerf van wit maar daaromheen wordt het doorzichtig. Het water waarin de radijsjes zijn geblancheerd wordt door het blancheren
zeeblauw/groen. De rode kleur van de buitenkant geeft af aan het water.
Geur: Neutraal
Smaak: Er wordt een lichte bite behouden. De scherpte is weg. Omdat het radijsje is volgezogen met water wordt de smaak neutraal.
Mondgevoel: Snotterig
Conclusie: Door het contact met het water zuigt het radijsje zich vol met water en wordt
daardoor wat snotterig van structuur. De smaak is geheel weg.
- Radijsjes gestoomd:
Kleur: Buitenkant is baby rose, binnenkant is lichtrose / wit, de nerf blijft weer zichtbaar.
Geur: Ver weg is de scherpte van de radijs nog aanwezig.
Smaak: Het gestoomde radijsje geeft nog een lichte bite. Met een bittere nasmaak. De scherpte van het ongekookte radijsje is niet meer aanwezig.
Mondgevoel: Lichte bite wordt behouden.
Conclusie: Het gestoomde radijsje komt het dichtste in de buurt bij het ongekookte radijsje. Daardoor een waardig vervanger.
- Radijsjes geroerbakt:
Kleur: Buitenkant is donkerbruin / donker rose, de binnenkant wordt lichtbruin / wit.
Geur: Bittere geur, deze geur neigt zelfs naar geroerbakte witlof.
Smaak: De smaak is bitter en waterig. Waterig voert de boventoon.
Mondgevoel: Vettig en waterig
Conclusie: Het roerbakken is niet geschikt voor radijs. De smaak en structuur vervliegen.
- Radijsjes gesauteerd:
Kleur: Buitenkant is dof rose / lichtbruin en de binnenkant is lichtbruin / wit doorzichtig.
Geur: Wat zoetig van smaak.
Smaak: Vettig, zeer lichte bite
Mondgevoel: Waterig
Conclusie: De kleur van de radijs blijft grotendeels behouden, maar de smaak gaat weer richting de
witlof. Erg jammer voor de smaak en structuur van de radijs.
uitgevoerd. Op deze manier is er ook beter kennis gemaakt met de radijs.
De vier basistechnieken waarvoor gekozen zijn: geblancheerde radijs, gestoomde radijs, gesauteerde radijs en geroerbakte radijs. Voor deze eerste kennismaking zijn de bereidingen erg simpel gehouden.
Dit om te zien wat er met de radijs ging gebeuren in geur, kleur, smaak en textuur.
Maar als eerste is er gekeken naar het ongekookte radijsje zelf. Wat zijn hier nu de specifieke eigenschappen van. Ook deze is beschreven.
- Radijs ongekookt:
Kleur: Buitenkant is helder rood/rose
Geur: De geur van aarde komt erg naar voren.
Smaak: Pittig en scherp, als de radijs door gebeten wordt geeft het een bite, maar daarna is het een waterig bommetje.
Mondgevoel: Mix van scherpte en waterig
Conclusie: De radijs moet je vriend zijn, er moet van gehouden worden. De smaak en het mondgevoel van de radijs zijn wat verschillend maar lekker is het zeker.
- Radijsjes geblancheerd:
Kleur: Buitenkant is licht/grijs rose. De binnenkant daar blijft de nerf van wit maar daaromheen wordt het doorzichtig. Het water waarin de radijsjes zijn geblancheerd wordt door het blancheren
zeeblauw/groen. De rode kleur van de buitenkant geeft af aan het water.
Geur: Neutraal
Smaak: Er wordt een lichte bite behouden. De scherpte is weg. Omdat het radijsje is volgezogen met water wordt de smaak neutraal.
Mondgevoel: Snotterig
Conclusie: Door het contact met het water zuigt het radijsje zich vol met water en wordt
daardoor wat snotterig van structuur. De smaak is geheel weg.
- Radijsjes gestoomd:
Kleur: Buitenkant is baby rose, binnenkant is lichtrose / wit, de nerf blijft weer zichtbaar.
Geur: Ver weg is de scherpte van de radijs nog aanwezig.
Smaak: Het gestoomde radijsje geeft nog een lichte bite. Met een bittere nasmaak. De scherpte van het ongekookte radijsje is niet meer aanwezig.
Mondgevoel: Lichte bite wordt behouden.
Conclusie: Het gestoomde radijsje komt het dichtste in de buurt bij het ongekookte radijsje. Daardoor een waardig vervanger.
- Radijsjes geroerbakt:
Kleur: Buitenkant is donkerbruin / donker rose, de binnenkant wordt lichtbruin / wit.
Geur: Bittere geur, deze geur neigt zelfs naar geroerbakte witlof.
Smaak: De smaak is bitter en waterig. Waterig voert de boventoon.
Mondgevoel: Vettig en waterig
Conclusie: Het roerbakken is niet geschikt voor radijs. De smaak en structuur vervliegen.
- Radijsjes gesauteerd:
Kleur: Buitenkant is dof rose / lichtbruin en de binnenkant is lichtbruin / wit doorzichtig.
Geur: Wat zoetig van smaak.
Smaak: Vettig, zeer lichte bite
Mondgevoel: Waterig
Conclusie: De kleur van de radijs blijft grotendeels behouden, maar de smaak gaat weer richting de
witlof. Erg jammer voor de smaak en structuur van de radijs.